Klik op de banner om naar de homepage van Dierenkliniek Wilhelminapark in Utrecht te gaan

Chronisch nierfalen kat
Chronische Nierproblemen bij oudere katten

Nierproblemen bij katten kunnen we indelen in:

AKI of acute nierproblemen:
Deze zijn omkeerbaar en de nierwaardes zijn weer goed na een behandeling (vaak zijn AKI's omkeerbaar).

CNZ of Chronische Nier Ziekte:
Deze zijn onomkeerbaar en de nierproblemen blijven bestaan ook na een behandeling. De behandeling van deze CNZ zal levenslang zijn. We zullen dat hierna bespreken.

De AKI of acute nierproblemen behandelen we op een andere pagina: lees verder over AKI's ....

Een veel voorkomende ziekte bij de oudere kat is chronisch nierfalen. Dit wordt ook wel CNZ of Chronische Nier Ziekte genoemd. Wat de oorzaak is van het nierprobleem is meestal niet meer te achterhalen. Omdat de nieren een enorme reservecapaciteit hebben, ontstaan pas klachten als een groot percentage van de nierfunctie verloren is. Door ontstekingsreacties in de nieren ontstaat er bindweefsel en dit zal de nieren doen samentrekken, verschrompelen. Er wordt ook wel van een schrompelnier of CIN (= Chronische Interstitiële Nefritis) gesproken bij chronisch nierfalen.

Een gezonde nier en een schrompelnier

Wat zijn de symptomen van chronisch nierfalen bij de kat?

    Chronisch nierfalen ontstaat geleidelijk en neemt meestal een aantal weken tot maanden in beslag waarbij de eigenaar bepaalde klachten gaan opvallen:
  • verminderde eetlust doordat het lichaam zichzelf vergiftigt. Ook kunnen maagzweren (= ulcera) ontstaan in het maagslijmvlies.
  • vermageren doordat er minder eetlust aanwezig is en de kat eiwit verliest via de nieren.
  • meer drinken en plassen ten gevolge van vochtverlies via de nieren, de werking is minder geworden. De kat gaat dit compenseren door meer te drinken.
  • uit de bek stinken doordat afvalstoffen via het speeksel uitgescheiden worden. Ook kunnen zweren (= ulcera) ontstaan in het mondslijmvlies.
  • uitdroging ondanks dat hij of zij veel drinkt. Dit kun je testen door de "turgor" te bepalen. Als je de huid optrekt en deze loslaat dan blijft de huid in een plooi staan. Als dit gebeurt dan is de kat uitgedroogd.
  • overgeven en/of diarree doordat het lichaam zichzelf vergiftigt. Normaal worden deze giftige stoffen door de nieren uitgescheiden.
  • lusteloosheid en zwakte door uitdroging, bloedarmoede (minder aanmaak rode bloedcellen in het beenmerg), verhoogde bloeddruk en door stapeling van gifstoffen in het bloed.
  • slechte vacht door zich niet meer verzorgen.
  • wankel lopen door spierzwakte en sufheid, maar ook als er een verhoogde bloeddruk aanwezig is.

Het is niet normaal als een kat meer drinkt dan vroeger,
het is juist normaal als u de kat bijna nooit ziet drinken.

Hoe kunnen we aantonen dat er nierproblemen zijn?

SG urine daalt onder 1.035 bij 50 - 60% verlies van de nierfunctie
Een van de eerste tekenen van een nierprobleem is als een kat meer gaat drinken en plassen. De nieren kunnen de urine niet meer zo goed concentreren. Het soortelijk gewicht (SG) van de urine kunnen we in onze kliniek nakijken. Normaal is er een SG van 1.035 - 1.050. Als het SG onder de 1.035 is dan kan dit wijzen op een nierprobleem. Als 50-60% van het functionele nierweefsel weg is dan kan het SG van de urine lager dan 1.035 worden!

Creatinine in het bloed stijgt boven 140 bij 70 - 80% verlies van de nierfunctie
Met bloedonderzoek kunnen we creatinine bepalen. Als dit boven de 140 stijgt dan kunnen we zeggen dat er een nierprobleem is. Dit kan acuut of chronisch zijn! We spreken pas van chronisch nierfalen als blijkt dat de bloedwaardes 2-3 maanden na het begin van de behandeling niet dalen.

Creatinine blijft de gouden standaard om een verminderde nierfunctie aan te tonen
Maar er kunnen situaties voorkomen dat er een nierfalen verdenking is zonder dat de creatinine in het bloed gestegen is.

  • Oude kat met weinig bespiering en subtiele symptomen van nierfalen: iets magerder, iets meer drinken en plassen, wat minder eetlust.
  • Oudere, vermagerde kat met een verhoogde bloeddruk.
  • Oudere kat met een verhoogde schildklier werking, waarbij het nierfalen gemaskeerd wordt.
  • Lichte vergiftiging bijvoorbeeld uit water van lelieplant gedronken
    Dan hebben we de mogelijkheid om een eerder stadium van verminderde nierfunctie aan te tonen voordat de creatinine waarde in het bloed stijgt.

    "Nieuw vanaf 2016 kunnen we nierproblemen eerder opsporen!"

    SDMA in het bloed is verhoogd bij 40% verlies van de nierfunctie
    Er is een nieuwe test beschikbaar om in een vroeg stadium nierfalen te diagnosticeren. Deze test heet SDMA.
    SDMA is een aminozuur dat normaal gesproken alleen wordt uitgescheiden via de nieren. Het is daarom een goede graadmeter voor de nier doorbloeding en dus voor de nierfunctie.

    Een verhoogde SDMA kan duiden op nierfalen, maar kan ook optreden als de nier doorbloeding om een andere reden verlaagd is, bijvoorbeeld door uitdroging. In tegenstelling tot de creatinine wordt de hoogte van de SDMA niet beïnvloed door de leeftijd of mate bespiering van het dier.

    SDMA zal stijgen wanneer de nierfunctie met 40% is afgenomen. Dit is dus veel eerder dan de creatinine, welke pas stijgt als 75% procent van de nierfunctie verloren is. We kunnen de SDMA test daarom gebruiken om nierfalen in een vroeg stadium vast te stellen, eerder dan we dit met creatinine kunnen.

    Diagnose van chronisch nierfalen bij de kat ....

    We spreken pas van chronisch nierfalen als bji herhaling (gedurende 2-3 maanden) is vastgesteld dat er een nierprobleem is. Als de nierfunctie zich hersteld heeft binnen deze 2-3 maandendan was er sprake van acuut nierfalen (zie de pagina over AKI's). Pas als het nierprobleem blijft en het proces onomkeerbaar is dan spreken we van chronisch nierfalen!

    Het onderzoek van een oudere kat die verdacht is van nierfalen omvat een aantal punten:

    Lichamelijk onderzoek:
    Allereerst wordt een lichamelijk onderzoek uitgevoerd waarbij we met name kijken naar het gewicht en vooral of er gewichtsafname is, de vachtconditie, de turgor, de slijmvliezen en de hartfrequentie.

    Urineonderzoek
    Een belangrijk onderdeel van het onderzoek is het urineonderzoek waarbij naar een aantal punten wordt gekeken.

    • De urine van een kat met nierfalen heeft meestal een laag soortelijk gewicht (lager dan 1.015 normaal is 1.035-1.050) en is dus te waterig.

      De eiwit-kreatinine ratio bij deze kat is te hoog, de maximale waarde is 0,2 (vroeger was dit 0,4)

    • Bij nierfalen kan er zoveel nierschade zijn dat er eiwit in de urine komt. De nieren laten eiwit moleculen door terwijl ze dit normaal gesproken niet doen (te vergelijken met een kapot theezeefje die de theeblaadjes doorlaat). De hoeveelheid eiwit in de urine kan in een laboratorium bepaald worden en is een indicatie voor de ernst van nierschade. Hoe hoger de hoeveelheid eiwit in de urine hoe ernstiger de nierschade. Eiwit in de urine verergert het nierfalen en daardoor is het dus erg belangrijk om dit regelmatig te controleren.
    • Bacteriologisch onderzoek van de urine. Omdat nierfalen vaak gepaard gaat met een urineweginfectie is het belangrijk om een bacteriologisch onderzoek van de urine te laten doen. Opvallend is dat katten van zo'n urineweginfectie meestal geen klachten hebben. Het is belangrijk om een bacteriële infectie te behandelen om verergering van het nierfalen te voorkomen. Op de foto hieronder is een positieve bacteriële urine kweek te zien. We sturen deze in om te zien of de bacteriën gevoelig zijn voor het antibioticum dat we hebben voorgeschreven.

      Een positieve uricult van de urine van een kat. Dit wijst op een bacteriëel probleem.

      Ook bij een terugslag of verergering van een nierprobleem, moet er aan een bacteriologische blaas/nierinfectie worden gedacht.

    Bloedonderzoek
    Ook wordt bloed afgenomen van de kat. Door middel van bloedonderzoek kan iets gezegd worden over de nierfunctie. Omdat er door de verminderde nierfunctie allerlei andere problemen kunnen ontstaan is het belangrijk om ook hier naar te kijken. Een kat die verdacht is van een nierprobleem krijgt daarom een uitgebreide check waarbij wordt gekeken naar ureum, creatinine, natrium, kalium, fosfaat, calcium en de hematocriet (= percentage van de rode bloedcellen) en eventueel witte bloedcellen of er een ontstekingsbloedbeeld aanwezig is.

    Bloeddrukmeting:
    Als onderdeel van het onderzoek kan de bloeddruk worden gemeten.

    De bloeddruk wordt gemeten, deze dient onder de 160 mmHG te zijn

    Een kat met nierfalen heeft een grotere kans op hypertensie (hoge bloeddruk). De reden hiervan is onduidelijk. Een hoge bloeddruk kan de oorzaak zijn van het nierfalen maar een kat met nierfalen kan ook een hoge bloeddruk ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om de bloeddruk regelmatig te blijven controleren. Wanneer een kat een hoge bloeddruk heeft, is het dus belangrijk om dit te behandelen om verergering van het nierfalen te voorkomen.

    Meestal merkt de eigenaar niet veel van de hoge bloeddruk. Pas in een laat stadium, wanneer er al veel schade is, komen er klachten zoals oogklachten: bloedingen in het netvlies of blindheid, neurologische verschijnselen: sufheid en depressie of een dronkenmangang of wankel lopen. Ook kunnen nier- en hartproblemen ontstaan.

    Indien een kat plotseling blind wordt moet je aan een bloeding achter het netvlies denken, dit ontstaat door een te hoge bloeddruk

    Op de foto hierboven zijn we het netvlies van een kat met een hoge bloeddruk aan het spiegelen om te zien of er problemen aan het netvlies zijn ontstaan.

    Therapie van nierfalen bij de kat

    Als een kat met een nierprobleem wordt gediagnosticeerd, dan wordt deze behandeld. Als er een AKI is kan deze met een behandeling worden genezen. Als er na 2-3 maanden nog een nierprobleem is dan spreken we van CNZ of een chronisch nierprobleeem. De kat met chronisch nierfalen is voor de rest van zijn/haar leven nierpatiënt. Helaas is chronisch nierfalen niet te genezen en de behandeling van een nierpatiënt berust vooral op het voorkomen van verergering van het nierfalen. Daarbij voelen veel katten met nierfalen zich een stuk beter als we een deel van de klachten kunnen verminderen. De kwaliteit van leven wordt dus verbeterd.

    Ernstig nierfalen: de kat eet niet meer en is apathisch
    Indien de kat ernstige nierproblemen heeft dan nemen we de kat gedurende 3 a 4 dagen op in onze kliniek. In onze intensive care wordt de kat aan het infuus gelegd. Door de dialyse (= infuus) worden de slechte stoffen uit het lichaam gespoeld.

    Een kat wordt aan het infuus gelegd in onze opname

    Ook kunnen we dan dagelijks met bloedcontroles nakijken hoe de tekorten in het lichaam aangevuld kunnen worden. Onze assistentes zullen de kat optimaal behandelen zodat het aan het eten komt.

    We leggen katten aan een infuuspomp

      Dde behandeling van katten met nierfalen bestata uit:
    • Een intraveneus infuus et een gecontroleerde infuus snelheid door een infuuspomp om de slechte stoffen (eiwitten) uit het bloed te spoelen.
    • Het geven van medicijnen om de kat minder misselijk te maken.
    • Het stimuleren van de eetlust stimuleren met medicijnen en we dwangvoeren een paar keer per dag. Eventueel plaatsen we een neussonde, om zo eten direct in de maag in te brengen.
    • Het belangrijkste is dat de kat aan het eten komt en energie binnen krijgt, nierdieet is op dit moment niet belangrijk om te geven!

      We geven diverse soorten voer om te zien wat de kat lekker vindt en wil eten.
      Eigenlijk willen we nu zelfs liever geen nierdieet geven, dan zou de kat dit eventueel als het naar huis gaat met ons associëren en niet willen eten.
    • Het aanvullen van een eventueel aanwezig kalium tekort, door middel van injecties en een speciaal infuus, aangevuld met orale medicijnen.
    • Het verminderen van een te hoog fosfaat in het bloed verminderen door poeder of als er ook laag calcium is met vloeistof.
    • Het verlagen van een verhoogde bloeddruk met bloeddruk verlagende medicijnen.
    • Het stimuleren van de aanmaak van rode bloedcellen, door een anabole steroïde injectie.
    • ACE-remmers (Fortekor / Benakor) of ARB's = Angiotensine Receptor Blokkers (Semintra) geven we op dit moment niet!
      Pas als de kat stabiel is: uit zichzelf eet en drinkt en niet uitgedroogd is, dan kun je met ARB's beginnen.
      Echter in dit stadium werken deze medicijnen averechts! De kat leeft bij gratie god dat de nieren de bloeddruk en de doorbloeding in de nieren hoog kunnen houden. Op dit moment hebben de nieren een optimaal werkend RAAS systeem nodig, deze moet op dit moment niet worden afgeremd. Als je nu deze medicijnen geeft zal de nierwerking sneller achteruit gaan.
    • We voorkomen dat het infuus niet goed doorloopt met een speciale onderarm spalk, zie de foto hierboven.

    Een speciale prothese voorkomt dat de kat aan het infuus komt en zorgt dat het infuus blijft lopen

    Na een paar dagen controleren we de bloedwaardes. Als blijkt dat de behandeling heeft aangeslagen: de bloedwaardes zijn gedaald, de kat voelt zich beter en eet weer uit zichzelf. Dan kan de kat naar huis met nierdieet en medicijnen om de nieren te ondersteunen. De bloedwaardes maken duidelijk of er sprake is geweest van acuut nierfalen of dat er meer sprake is van chronisch nierfalen. Ook in de weken - maanden hierna kan de nierfunctie zich in meer of mindere mate herstellen. Regelmatige bloed en urine controles kunnen hierover duidelijkheid geven.

    Slaat de behandeling altijd aan?
    Helaas kan het zijn dat een nierpatiënt zo slecht is dat het infuus geen verbetering oplevert. We monitoren de kat gedurende de dagen in onze opname. Indien het uitzicht hopeloos is of de prognose slecht dan zullen we dit met de eigenaar doornemen en is er helaas een advies voor euthanasie.

    Stabiel nierprobleem: de kat eet zelf en is attent en actief
    Als uw kat voldoende opgeknapt is na het infuus of uw kat is nog niet zo slecht dat we een infuustherapie adviseren dan kunnen we het thuis met speciaal nierdieet en medicijnen behandelen. De stabiele nierprobleeem. behandeling bestaat uit een aantal punten:

    Meer laten drinken.
    Een kat met nierfalen drinkt vaak wat meer dan anders maar om uitdroging te voorkomen en de nierdoorbloeding te verbeteren moeten we ze stimuleren om nog meer te drinken.

    Een kat kan op een aantal manieren gestimuleerd worden tot meer drinken

  • door stromend water aan te bieden (bijvoorbeeld met drinkfonteintjes)
  • door blikvoer met wat warm water er door heen te geven
  • door de brokken te wellen in water
  • In het begin kan de eigenaar ook thuis nog onderhuidse injecties met vochtinfuus geven. We kunnen de eigenaar leren hoe ze dit zelf thuis kunnen doen. De katten accepteren dit over het algemeen heel goed.

    De Eetlust stimuleren
    Katten met nierfalen hebben vaak een verminderde eetlust door:

  • Een verhoogd eiwit = ureum gehalte in het bloed.
  • Bloedingen in de maag en de darmen uit de zweren.
  • Misselijk en braken door uremie(bloedvergiftiging.
  • Constipatie (moeilijk poepen) door uitdroging.

    Hoe kunnen we katten stimuleren om meer te eten?

  • Voeding verwarmen. Katten vinden dit vaak lekkerder.
  • Maagzuurremmers zijn goed tegen de maagproblemen (zweren in de maag).
  • Tegen de misselijkheid kan een antibraakmiddel en een maagzuur afgifte remmend middel gegeven worden.
  • Laxeermiddelen (Laxatract) kunnen gegeven worden i.v.m. de constipatie, maar ook:
    Om de opname van vooral ureum tegen te gaan geven we ook juist Laxatract in een lichte dosering, een laxeermiddel, dit zal het ureum - eiwitten, in de darmen binden, zodat het niet opgenomen kan worden in het bloed.
  • De eetlust kan verhoogd worden met medicijnen.

    Speciaal nierdieet
    Om te zorgen dat er minder gifstoffen worden geproduceerd in het lichaam is het advies om een dieet te geven dat eiwitarm is en een laag fosfaatgehalte heeft. We adviseren het nierdieet K/D * van Hill's Pet Nutrition. NB: het allerbelangrijkste is dat de kat aan het eten blijft, als er gesmokkeld moet worden met een ander voer dan een nierdieet is dat in dit stadium niet erg, nierdieet is van belang voor de lange termijn en niet op dit moment het allerbelangrijkste!

    Als de kat het nierdieet eet is dat natuurlijk wel te verkiezen boven seniorvoeding of nog minder te adviseren gewoon voer.

    ACE-remmers of ARB's
    ACE-remmers (Fortekor / Benakor) of ARB's of Angiotensine Receptor Blokkers (Semintra) geven we pas als er gebleken is na 2-3 maanden dat het probleem chronisch is geworden. Als je pas een nierprobleem hebt gediagnosticeerd of er is met een paar dagen behandeling en infuus een stabiel nierprobleem gevormd dan is er nog geen sprake van een CNZ of chronisch nierprobleem. In dit geval kan het geven van deze medicijnen het wankele evenwicht in de nieren juist achteruit doen gaan!

    Fosfaatremmers
    Katten met nierfalen kunnen een verhoogd gehalte aan fosfaat in het bloed hebben. Omdat dit schadelijk is voor de nieren en de maag moet dit behandeld worden. Met nierdieet wordt de opname van fosfaat al beperkt maar het kan nodig zijn om extra fosfaatremmers toe te dienen. Dit is meestal in de vorm van een poeder of als er ook een tekort aan calcium is een vloeistof dat dagelijks door het eten gegeven moet worden.

    Een kat met kalium tekort heeft ene typische houding: de kop wordt naar beneden gebogen Kalium tekort - suppletie
    Katten met nierfalen hebben vaak een tekort aan kalium in het bloed waardoor de kat zich sloom voelt en vaak slecht eet. Een nierdieet is daarom ook juist fosfaat en kalium sparend.
    Een kat met kalium tekort is wat slomer en slapper en een kat met een sterk kalium tekort heeft een typische houding: het is extreem sloom en zit met een naar beneden gebogen kop.
    Bekend dat een tekort aan kalium een verslechtering van de nierfunctie geeft. Het is daarom belangrijk om regelmatig kalium te controleren en zo nodig te behandelen met medicijnen. We geven hiervoor tabletten, poeder of korrels

    Anabole steroïden
    Katten met nierfalen kunnen door allerlei oorzaken bloedarmoede ontwikkelen. Het is belangrijk om dit regelmatig te controleren en zo nodig te behandelen met een anabole steroïde injectie.

    Bloedruk verlagende middelen
    Omdat nierfalen hypertensie kan geven en omdat een hoge bloeddruk het nierfalen verergert is het belangrijk om de bloeddruk regelmatig te controleren en indien nodig te behandelen. We geven hiervoor medicijnen die de bloeddruk verlagen. De bloeddruk moet in het begin op regelmatige basis worden gecontroleerd.

    In dit geval een bloeddruk meting bij een kat met een HDO, we gebruiken de MD Pro aangesloten aan een computer

    Controles op regelmatige basis

    Nadat de kat een stabiel nierprobleem heeft en wordt behandeld met voer en medicijnen. Dan zal het door ons in het begin op regelmatige basis moeten worden gecontroleerd: na 1-2 weken, dan na 2-4 weken en dan na 1 maand. We controleren hoe het gaat, hoe de eetlust is, wegen de kat en meten de bloeddruk. Ook voeren we een urine- en bloedonderzoek uit: eventuele tekorten worden aan de hand van de uitkomsten aangepast in de medicijn gift.

    Pas als blijkt dat na 1-2 maanden er nog steeds een nierprobleem is dan wordt deze als CNZ of chronisch nierprobleem gekwalificeerd!
    De kat kan dan worden ingedeeld in een gradatie van nierfalen (stadium 1 t/m stadium 4).

    Als u meer wilt lezen over IRIS en het scorings systeem ....

    Aan de hand van het IRIS systeem wordt het nierfalen gekwalificeerd

    Regelmatige controles zijn erg belangrijk om uw kat klachtenvrij te houden en eventuele complicaties of achteruitgang snel te ontdekken. We laten in onze kliniek laten de nierpatiënten regelmatig op controle komen. Bespreken hoe het gaat met de kat, meten de bloeddruk en er zal opnieuw bloed worden afgenomen. Ook controleren we de urine. Als blijkt dat het goed gaat met de kat dan vinden de volgende controles minder regelmatig plaats.

    Cave: af en toe zie je ene sterke terugval:
    Af en toe zie je een sterke terugval in de conditie en het gedrag van een chronische nierpatiënt. Let op: dit wordt vaak veroorzaakt door een bacteriële infectie, die vanuit de blaas naar de nieren slaat. De urine is minder geconcentreerd en er kunnen makkelijker dan normaal bacteriën in komen en zich vermenigvuldigen. Als er dus opeens een CNZ kat opeens slechter gaat kom dan langs voor controle!

    Zie bovenstaande alinea: Wanneer de eigenaar zich zorgen maakt of de gezondheid van de kat gaat achteruit dan controleren we de kat uiteraard eerder.

    Het IRIS systeem gebruikt de hoogte van het creatinine in het bloed, maar ook de eiwit uitscheiding in de urine (proteïnurie) en de bloeddruk om het nierfalen verder te kwalificeren.

    Aan de hand van het IRIS systeem wordt het nierfalen gekwalificeerd

    Bij een CNZ kat gebruiken we pas ACE-remmers of ARB's: eiwit sparende medicijnen
    We zetten pas de ACE-remmers (Fortekor / Benakor) of ARB's of Angiotensine Receptor Blokkers (Semintra) in als er na 2-3 maanden een CNZ of chronisch nierfalen aangetoond is. Deze medicijnen verlagen de bloeddruk in de nier bloedvaten waardoor de nieren minder doorbloed en belast worden, ook zullen ze zo het eiwitverlies via de nieren verminderen. Het verergeren van het verlies aan nierweefsel wordt zo op langere termijn geremd. De katten voelen zich beter door het gebruik van deze medicijen.

    Onze voorkeur gaat uit naar het gebruik van ARB's boven ACE-remmers.

    Deze pagina ging over CNZ of chronische nierproblemen:

    Als je over AKI's of acute nierproblemen wilt lezen: lees verder over AKI's ....

    Mocht u naar aanleiding van deze pagina nog vragen hebben dan kunt u altijd per email contact met ons opnemen.




  • We zijn ons ervan bewust dat we met frames werken en dat u mogelijk op een aparte website pagina terecht bent gekomen, maar u kunt zo weer naar ons terug, klik gewoon op 1 van de afbeeldingen hieronder ....

    Klik hier naar onze homepage te gaan Klik hier om naar onze tandheelkundige site www.dierengebit.nl te gaan

    Klik hier om naar onze bibliotheek te gaan, ideaal om even snel wat te vinden Klik hier naar onze youtube pagina te gaan

    Klik hier om naar onze facebook pagina te gaan